Veel gestelde vragen:
Hieronder vind je antwoord op veel voorkomende vragen. Heb je een andere vraag? Neem dan contact met ons op!
Bel naar: 072 - 844 09 10 of mail naar: info@kop-zorg.nl
Alle baby's huilen. Sommige wat meer dan anderen en wij kunnen ons goed voorstellen dat je het soms even niet meer weet. Het horen huilen van je eigen baby brengt vaak een hoop emoties met zich mee en kan hard binnenkomen waardoor je je soms machteloos voelt. Er zijn verschillende dingen die je zou kunnen proberen om het huilen te verminderen, zie de volgende punten. Let op, dit zijn dingen die eventueel kunnen werken, kijk goed naar je baby en wat past bij jullie als ouders.
1. Leer je baby goed kennen
Als je de lichaamssignalen van je baby gaat herkennen, weet je sneller wat er aan de hand is als het huilt. Kijk en luister daarom goed naar je baby. Waar wordt hij rustig van, wat vindt hij prettig en wat niet? Vertrouw op jezelf en ga af op je intuïtie.
2. Zorg voor ritme en voorspelbaarheid
Door een voorspelbaar dagritme aan te houden, weet je baby wat er komen gaat en dit geeft een vertrouwd gevoel. Bijvoorbeeld, zodra je baby moe wordt: in bed leggen, slapen, wakker worden, voeden op verzoek, knuffelen, praten, spelen met je baby en alleen laten spelen en weer in bed leggen als hij moe wordt, slapen, enzovoort. Let daarbij goed op de signalen van je baby! Door goed naar je baby te kijken, ga je het dagritme van je baby herkennen. Hier kun je je eigen dagindeling op aanpassen.
Routines helpen het leven voorspelbaar te maken voor baby's en kunnen de kans dat je baby gaat huilen verkleinen. Verschoon je baby bijvoorbeeld altijd op een vaste plek en doe dat volgens een vast patroon. Ook bij het slapen gaan kun je elke dag dezelfde routines gebruiken, bijvoorbeeld eerst even zingen, knuffelen, toedekken en tot slot een muziekdoosje aanzetten.
3. Geef je baby voldoende rust
Voldoende rust is belangrijk voor baby's. Zeker tijdens de eerste weken. Als je kraamvisite krijgt, hoef je de baby niet aan iedereen te geven. Kijk goed naar je baby en probeer in te schatten of het nog prettig is voor de baby om door iemand anders vastgehouden te worden. Als je baby slaapt op het moment van visite kun je hem gewoon laten slapen, zo blijft hij in zijn slaapritme.
Probeer overbodige prikkels zoals harde televisie of broers en zussen die te wild met de baby spelen te vermijden. Ook kun je het aantal speeltjes in de box beperken tot twee of drie als je ziet dat je baby er last van heeft. Zo wordt je baby rustig en verklein je de kans op huilen.
4. Maak gebruik van een draagdoek
Je kunt je baby ook regelmatig in een strakke draagdoek of draagzak dragen. Stevig lopen kalmeert veel baby's. Klop heel zachtjes op zijn billetjes in het ritme van je eigen hartslag. Hier worden sommige baby's rustig van.
Let er wel op dat het niet te warm wordt voor je baby. Trek hem niet te veel kleren aan, draag hem niet onder een dichte jas en zorg ervoor dat zijn neus altijd vrij is. Voor je gebruik maakt van een draagdoek of draagzak is het verstandig om hier op een rustig moment even mee te oefenen. Voor vragen over het gebruik van een draagdoek kun je terecht bij de Jeugdgezondheidszorg of een draagconsulent.
5. Wissel elkaar af
Een baby die maar niet stopt met huilen is zenuwslopend voor ouders. Als je 's nachts geen slaap krijgt, wordt het al helemaal moeilijk. Als je een partner hebt, zorg dan om de beurt voor jullie kind. Ben je een alleenstaande ouder of werkt je partner soms 's nachts, zoek dan een goede vertrouwde oppas. Dan kun je zelf ook eens slapen, al is het maar een paar uur.
6. Nooit schudden of slaan
Ouders van baby's die veel huilen kunnen wel eens hun geduld verliezen. Je bent dan zo moe, dat je niet meer goed kunt nadenken en jezelf niet meer in de hand hebt. Er is dan een risico dat je je eigen kind door elkaar gaat schudden of gaat slaan. Ook al is het natuurlijk uit pure onmacht, schudden is gevaarlijk voor de hersenen van de baby, omdat de hersenen bij het schudden tegen de schedel bonken en hersencellen kapot kunnen gaan.
7. Even afstand nemen
Word je gefrustreerd of boos van het gehuil? Leg je baby dan op een veilige plek (in de wieg of in de box) en loop even weg, of vraag een bekende om op je baby te passen, zodat je even weg kunt. Kom pas terug als je je weer rustig voelt.
(Bron: www.opvoeden.nl)
Binnen Kop-Zorg vinden wij Positief opvoeden erg belangrijk, vandaar ook dat wij veel gebruik maken van de methode Triple P. Triple P is de rode draad binnen onze gesprekken met ouders. Meer weten of wil jij graag positiever opvoeden, neem dan contact met ons op!
Kinderen die positief worden opgevoed, hebben een grote kans om zich te ontwikkelen tot zelfstandige volwassenen met veel zelfvertrouwen. Als je op een positieve manier met elkaar omgaat, heb je over het algemeen ook meer plezier samen!
Positief opvoeden, hoe doe je dat?
Een veilige en stimulerende omgeving bieden
Zorg voor een veilige en stimulerende omgeving voor je kind. Als je kind zich vrij kan bewegen en zich veilig voelt, zal het veel gaan ontdekken en uitproberen.
Laten leren door positieve ondersteuning
Laat je kind leren door het daarin op een positieve manier te ondersteunen. Je kind heeft behoefte aan aandacht en warmte. Daarnaast vinden kinderen het prettig om te horen wat ze goed doen en om aangemoedigd te worden om nieuwe dingen te leren.
Een aansprekende discipline hanteren
Maak gebruik van een aansprekende discipline. Stel duidelijke regels, geef op een heldere manier instructies en reageer snel en doortastend wanneer je kind ongewenst gedrag laat zien. Als de omgeving duidelijk en voorspelbaar is, ontwikkelen kinderen zich het beste.
Realistische verwachtingen hebben
Heb je realistische verwachtingen van je kind? Kinderen ontwikkelen zich allemaal op hun eigen manier en in hun eigen tempo. Je kind moet eraan toe zijn om iets nieuws te leren. Als je te veel van je kind vraagt, is de kans groot dat het ongewenst gedrag gaat vertonen.
Goed voor jezelf zorgen
Zorg ook goed voor jezelf. De opvoeding van je kind wordt daar ook makkelijker en leuker van. Als ouder en mens heb je je eigen wensen en behoeften. Als je luistert naar je eigen behoeften, kun je makkelijker geduldig en consequent zijn. Bovendien kun je dan makkelijker aandacht geven aan je kind op de juiste momenten.
(Bron: www.opvoeden.nl)
Kinderen tussen de 18 maanden en 4 jaar gaan de wereld ontdekken. Ze merken dat ze een individu zijn (een eigen ik hebben) en gaan hun grenzen verkennen. Ze willen steeds meer zelf doen en van alles uitproberen.
Natuurlijk lukt nog niet alles. Daardoor zijn peuters soms boos of bang. Hun stemming kan gemakkelijk omslaan en ze kunnen zich nog niet beheersen. Deze fase wordt soms de peuterpuberteit genoemd.
Wat merk je in de peuterpuberteit?
Je zoon wil zelf zijn jas aantrekken, maar krijgt de rits nog niet dicht. Dit frustreert hem enorm. Als je hem wilt helpen, wijst hij dat af. Dit is waarschijnlijk een heel herkenbaar voorbeeld van wat je in de peuterpuberteit kunt meemaken. Vaak komen er heftige emoties bij kijken. Driftbuien komen vaak voor in deze periode. Soms zie je dan dat peuters hun adem inhouden, schreeuwen, grommen of op de grond gaan liggen gillen. Dit is normaal. Peuters kunnen nog niet goed met hun emoties omgaan en hebben daarom jou als ouder nodig om hen hierbij te helpen.
Tips voor een positieve benadering
Door je kind op verschillende momenten positieve aandacht te geven, is de kans op driftbuien kleiner. Geef je kind aandacht door bijvoorbeeld samen te spelen of te knuffelen, geef je kind complimenten als het iets goed doet ('Wat heb jij netjes opgeruimd!') en bied je kind opties aan ('Wil je pindakaas of smeerkaas op brood?').
Zorg voor een voorspelbare omgeving, met bijvoorbeeld vaste etenstijden en een vast ritueel voor het slapen. Je kind weet zo welke dingen wanneer gebeuren. Dat geeft je kind een gevoel van controle over alles om hem heen.
Heb niet te hoge verwachtingen: peuters kunnen bijvoorbeeld nog niet zo lang aan tafel zitten.
Zorg dat je kind niet steeds in situaties terecht komt waarin het 'nee' te horen krijgt. Blijf voorspelbaar en houd dezelfde regels, maar zorg wel dat de regels haalbaar zijn voor jullie allebei. Ruim bijvoorbeeld spullen op waar je kind niet aan mag zitten.
Peuters vinden het fijn om zo veel mogelijk zelf te doen. Geef je kind die kans, moedig het aan en geef complimentjes. Ook voor mislukte pogingen kun je complimentjes geven. Je kunt dan bijvoorbeeld zeggen: 'Je hebt geprobeerd op het potje te plassen. Wat goed van je!'
(Bron: www.opvoeden.nl)
Gezond eten is goed voor de ontwikkeling van je kind. Dat heeft veel te maken met gezonde eetgewoonten. Als je kinderen leert om regelmatig en gevarieerd te eten, hebben ze daar hun hele leven voordeel van.
Deze tien tips kunnen je hierbij helpen:
1. Vaste tijden aanhouden voor de maaltijden en tussendoortjes is handig.
2. Je kunt het best het aantal tussendoortjes beperken tot maximaal vier. Zo beperk je het risico op overgewicht en het is beter voor de tanden.
3. Het is gezellig om zo veel mogelijk met het hele gezin tegelijk te eten.
4 Een ontbijt is voor je kind heel belangrijk.
5. 's Ochtends op de peuterspeelzaal is een stuk fruit heel lekker. Het is goed om wat af te wisselen in de soorten fruit die je meegeeft.
6. Trakteren op de peuterspeelzaal is een feest voor je kind. Je hoeft niet op iets eetbaars te trakteren. Kleine kinderen vinden een speeltje ook heel leuk.
7. Tussen de middag kan je kind weer extra energie krijgen van een volwaardige lunch. Daarin zitten volkorenboterhammen en wat fruit. Een paar kleine tomaatjes, stukjes komkommer, radijsjes of een wortel zijn ook lekker.
8. Voor tussendoor is het beter om je kind niet te veel frisdrank en sap te geven. Die zorgen namelijk voor behoorlijk wat extra calorieën en zijn slecht voor het gebit. Water of (vruchten)thee is een goed alternatief. Je kunt sap of frisdrank ook aanlengen met water.
9. Fruit, groente of brood vormen een gezond tussendoortje. Snoep, chips en andere minder gezonde voedingsmiddelen kun je beter bewaren voor speciale gelegenheden, zoals in het weekend.
10. Je kind leert dingen eten doordat jij afwisseling aanbrengt in de soorten voedingsmiddelen. Kinderen gaan vanzelf wennen aan eten dat ze eerst misschien nog niet zo lekker vinden. Sommige kinderen moeten wel tien tot vijftien keer iets proeven voordat ze gewend zijn aan de nieuwe smaak. Je kunt je kind ook af en toe laten kiezen tussen twee soorten beleg of twee soorten groente.
(Bron: www.opvoeden.nl)
Zakgeld helpt kinderen te leren omgaan met geld. Ze leren dat ze er iets leuks van kunnen kopen, maar ook dat je soms iets opzij moet leggen voor dingen die je echt nodig hebt.
Afspraken maken
Wanneer je je kind zakgeld of kleedgeld geeft, is het belangrijk om afspraken te maken over:
- het bedrag;
- wanneer je het geeft;
- waaraan je kind het moet uitgeven;
- waaraan je kind het mag uitgeven;
- wanneer je een verhoging geeft.
Zakgeld is een leermiddel en geen middel om te straffen en te belonen. Als jullie een bedrag hebben afgesproken, moet je kind daarvan op aan kunne
Hoeveel zakgeld?
Kinderen vanaf 6 jaar hebben een redelijk besef van de waarde van geld. Je zou dus vanaf de zesde verjaardag van je kind zakgeld kunnen geven. De hoogte van het zakgeld is iets wat je zelf bepaalt. Het hangt ook af van de afspraken die jullie samen maken.
Volgens Nibud.nl ontvangen kinderen van 6 tot 12 jaar € 1,- tot € 3,- per week. Jongeren vanaf 13 jaar ontvangen € 20,- tot € 22,- per maand.
Kinderen van een jaar of 12 of 13 kunnen vaak al goed de verantwoordelijkheid voor hun eigen kledingbudget dragen via kleedgeld. Als je kind hier al eerder aan toe is, kun je daar ook afspraken over maken.
Niet genoeg?
Natuurlijk kan het gebeuren dat je kind iets duurs koopt dat het niet direct nodig heeft. Hier leren kinderen eigenlijk alleen maar van. Je kind kan natuurlijk ook sparen voor iets duurs.
Daarnaast heb je misschien de neiging om je kind af en toe iets extra's toe te stoppen. Dat kun je doen als beloning, maar doe het niet te vaak. Het is belangrijk voor later dat kinderen leren dat ze moeten rondkomen van het geld dat ze hebben. Veel kinderen vinden het lastig dat je voor een bepaalde periode maar een beperkt bedrag hebt. Om daarmee om te leren gaan, is het belangrijk dat zakgeld een vast bedrag is dat op een vast tijdstip wordt gegeven.
(Bron: www.opvoeden.nl)
Jongeren waarderen het als je tijd uittrekt voor een gesprek. Kies er een goed moment voor uit, bijvoorbeeld als je kind zich een beetje lijkt te vervelen en maar wat rondhangt in huis. Laat je eigen werk dan even liggen en ga met je puber praten.
Hoe begin je?
Geef om te beginnen een complimentje over zijn of haar uiterlijk, of over een prestatie op school of op het sportveld. Je kunt je kind ook uitnodigen om eens samen met jou naar de film te gaan, gewoon voor de gezelligheid of als beloning, bijvoorbeeld voor hulp met een klusje in huis.
Echte aandacht
Als je echt aandacht hebt voor je kind, kun je op een moment dat je met z'n tweeën bent belangrijke onderwerpen bespreken. Samen kom je dan vanzelf van het ene onderwerp op het andere.
- Neem de tijd om goed naar je kind te luisteren en zeg niet alleen wat jij ervan vindt.
- Serieuze gesprekken hoeven geen uren te duren; soms is 10 minuten al heel wat. Pubers zijn meestal niet zo spraakzaam.
- Het hoeven ook niet altijd ernstige gesprekken te zijn.
- Samen grappen maken, lachen en vertellen wat je hebt gedaan of binnenkort gaat doen, zorgt ook voor een prima contact.
Samen iets doen is ook aandacht geven
In Nederland kennen we een echte praatcultuur. Het lijkt alsof praten de oplossing is voor alles, maar niet alle pubers staan open voor gesprekken en niet alle ouders zijn gewend om veel met hun kind te praten.
Samen iets ondernemen is ook een uitstekende manier om contact te krijgen met je puber en je verbonden te voelen. Soms is het dan makkelijker om met elkaar van gedachten te wisselen en te horen wat je puber echt bezighoudt.
Een compliment of schouderklopje doet wonderen
Veel ouders denken dat hun kind wel merkt dat ze tevreden zijn. Dat is meestal ook zo, maar het is beter om het ook onder woorden te brengen. Regelmatig laten weten dat je puber iets goed doet, zorgt ervoor dat hij of zij zich gezien voelt. Het bevordert het zelfvertrouwen van je kind en vergroot de kans dat het dat gedrag vaker zal vertonen.
- Let heel bewust op wat je kind allemaal goed doet. Merk bijvoorbeeld op dat het de eigen kamer heeft opgeruimd.
- Benoem het goede gedrag: 'Hé, jij hebt je kamer opgeruimd! Wat fijn!'
- Zwak je compliment aan het eind niet af. Zeg dus bijvoorbeeld niet: 'Ik zou blij zijn als je altijd zo je best deed.'
- Let op hoe je kind reageert. Het is waarschijnlijk ook tevreden over zichzelf, maar doet misschien een beetje onverschillig.
Misschien merk je het effect niet meteen. Pubers hebben soms meer moeite om complimenten te ontvangen dan jongere kinderen. Ze kunnen denken dat er wel iets achter zal zitten. Pas daarom op om geen verborgen kritiek in je complimenten te geven! Zelfs al reageren pubers soms nors, ze hebben bevestiging van jou toch hard nodig.
Hoe vaak aandacht geven?
Als je regelmatig tijd investeert in je opgroeiende zoon of dochter, is dat een uitstekende basis voor jullie relatie. Af en toe roepen dat je ook maar voor het eerst een puber in huis hebt, kan de ernst van een gesprek ook wat relativeren.
(Bron: www.opvoeden.nl)
Grenzen stellen, duidelijk zeggen wat je niet wilt en afspraken maken, is belangrijk voor de ontwikkeling van pubers. Waarom?
- Grenzen zorgen ervoor dat pubers weten waar ze aan toe zijn en wat je van hen verwacht.
- Pubers hebben grenzen ook nodig om zich tegen te kunnen verzetten. Dit verzet hoort bij de normale ontwikkeling.
Praten over grenzen is belangrijk
Omdat pubers steeds hun grenzen willen verleggen, willen ze jouw grenzen bespreken of juist deze grenzen opzoeken. Om aan die groeiende zelfstandigheid van je kind tegemoet te komen, moet je je grenzen dus steeds weer bijstellen.
Bespreek met je kind waarover onderhandeld kan worden en waarover absoluut niet. Als je uitlegt waarom je sommige regels zo belangrijk vindt, begrijpen de meeste pubers dat wel, ook al zeggen ze dat het onzin is. Protest betekent niet dat ze de regels zullen overtreden. Spreek af wat de gevolgen zijn als ze zich niet aan een regel houden. Pubers zullen zich eerder aan de afspraken houden als ze voelen dat je hun mening respecteert en als ze een stem mogen hebben in de afspraak.
Geef je puber regelmatig aandacht en een compliment. Dat is belangrijker én leuker dan straf geven. Het maakt het voor je kind makkelijker om afspraken en regels te accepteren.
Blijf praten over de regels. Probeer niet boos te reageren wanneer je puber echt vindt dat dingen anders moeten gaan. Als er eenmaal ruzie ontstaat, zijn kinderen eerder geneigd de regels aan hun laars te lappen. Komt je kind met goede argumenten om het anders te doen, dan is het sportief om de regel bij te stellen.
Beide ouders moeten over belangrijke punten op één lijn zitten. Daarmee voorkom je dat je tegen elkaar wordt uitgespeeld.
Regels helpen bij de weerbaarheid
De afgesproken regels kunnen je tiener motiveren om 'nee' te zeggen tegen vrienden. Bijvoorbeeld als je kind alcohol krijgt aangeboden, kan het zeggen: 'Nee, bedankt. Van mijn ouders mag ik twee weken niet internetten als ik drink.'
Bij jonge pubers is het verstandig om zo nu en dan te controleren of ze zich aan de afspraken houden. Toezicht houden is ook belangrijk om te weten met wie je kind omgaat. Vrienden kunnen een positieve maar ook een negatieve invloed hebben. Ga niet te ver met toezicht houden. Pubers moet je ook los gaan laten en ze moeten de kans krijgen te laten zien dat je hen kunt vertrouwen.
Het vertrouwen laten groeien
- Afspraak is afspraak. Dat geldt ook voor regels die je in overleg met je kind hebt bijgesteld.
- Als je kind zich aan de afspraken houdt, vertrouw je het meer en durf je je kind ook meer vrijheid en verantwoordelijkheid te geven. Dat kun je ook uitleggen: "Als jij je aan de afspraken houdt, ga ik je vertrouwen en zo kun je dus je vrijheid verdienen." Zo'n beloning is positief en stimuleert goed gedrag.
Veel pubers gamen. Gamen geeft ontspanning en het stimuleert online vriendschappen. Sommige pubers gamen erg veel. Misschien ben je hier bezorgd om. Dan ben je niet alleen. Veel ouders maken zich zorgen om het gamegedrag van hun kind. Dit levert in veel gezinnen spanningen op.
Waarom pubers graag gamen
Gamen is een vorm van ontspanning. Veel games worden gespeeld samen met (online) vrienden. Dat maakt gamen extra aantrekkelijk. Tijdens het gamen is je puber niet alleen. Ook zoeken pubers graag de spanning op in games. Alles is veel heftiger en sneller in games dan in het echte leven.
Regels stellen
Door regels te geven help je je kind om bewuster om te gaan met media, maar ook met games. Dat kan problemen voorkomen.
Vluchten in de wereld van games
Gamen kan pubers erg in beslag nemen. Soms zo erg, dat het een gemakkelijke manier is om te vluchten uit het gewone leven. Kinderen die vluchten in de wereld van games, doen dat misschien omdat ze in het gewone leven ongelukkig zijn. Of het leven zelfs niet aankunnen. Als je ziet dat je puber dat doet en daarmee in de problemen komt, is het belangrijk om hulp te vragen. Wees alert, zeker als de schoolcijfers ineens dalen. Probeer met je kind te blijven praten, ook al trekt het zich terug.
Door het woord gameverslaving te gebruiken, maak je het probleem gelijk erg zwaar. Dat is vaak helemaal niet nodig. Het lost ook de eventuele spanningen over gamen in jullie gezin niet op. Wat wel kan helpen, is om je te verdiepen in de wereld van je gamende puber. Toon interesse en speel zelf ook eens mee. Welke games speelt je kind bijvoorbeeld graag en waarom?
Wat is gezond gamen?
Wanneer is het gamegedrag van je kind gezond of ongezond? Dat hangt niet af van hoeveel uren je kind gamet. Het is wel belangrijk dat er een goede balans is tussen het gamen en andere dingen in het leven van je puber, zoals sporten, vriendschappen en school.
Dit zijn signalen dat het gamen meer is dan gewoon ontspanning:
- Je kind is extra prikkelbaar (boos, geïrriteerd) als de computer niet beschikbaar is.
- Je kind heeft een slecht humeur zolang het niet kan gamen.
- Je kind verwaarloost steeds zijn of haar huiswerk.
- Je kind liegt over huiswerk en cijfers.
- Je kind verwaarloost vrienden.
- Je kind komt steeds minder buiten en/of sport minder.